Zonne-energie, hebben we wel in de gaten hoe snel het gaat? 

16.08.2023 Peter Desmet CEO van Solarclarity Group

Zonne-energie, hebben we wel in de gaten hoe snel het gaat? 

Al een paar jaar geef ik maandelijks een presentatie aan nieuwe medewerkers van de Solarclarity Group waarbij ik ze uitleg in welke gigantische markt ze eigenlijk terecht zijn gekomen. De meeste mensen buiten, maar zelfs ook binnen de sector hebben immers geen idee van de revolutie die zich onder onze ogen en door onze handen voltrekt.

Zo leg ik ze uit dat zonne-energie de afgelopen vijf jaren ieder jaar wereldwijd de grootste toevoeging aan de wereldwijde elektriciteit-opwekkingscapaciteit is, niet alleen van alle hernieuwbare energie, maar überhaupt van alle elektriciteitsopwekkers. Ik heb nog nooit iemand in m’n zaaltje gehad die zich dat realiseerde.

100 procent zon in 2026
Vervolgens vertel ik ze dat we in Nederland de hoogste opwekcapaciteit per hoofd van de bevolking hebben van de gehele EU, en dat op wereldschaal alleen Australië het nog beter doet. Als ik dan uitleg dat we – als we zo doorgaan – in 2025 of ‘26 in de zomermaanden overdag in Nederland 100 procent op zon kunnen draaien is de verbazing wel compleet.

Toch zijn er maar een paar simpele stappen nodig om deze voorspelling te kunnen maken: In 2022 was zonne-energie goed voor zo’n 14 procent van ons jaarlijkse nationale stroomverbruik. Maar zonne-energie produceren we grotendeels in 6 van 12 maanden van het jaar. Dus in die zes maanden gaat het eerder richting de 28 procent. Bovendien is die opwek grotendeels in 12 van de 24 uur. Dus zo stappen we van 14, naar 28 en dan naar 56 procent overdag in de zomer en lente.

Als we dan andersom rekenen, dan is 100 procent overdag in de zomer en lente, gelijk aan 25 procent op jaarbasis. De afgelopen jaren nam het zon-aandeel met 4 tot 5 procent per jaar toe, en dan ligt 25 procent nog maar drie jaar af van die 14 procent in 2022. Oftewel, zelfs als ik conservatief reken, dan draait in 2025 uiterlijk ‘26 Nederland in de lente en zomer overdag vrijwel geheel op zon.

Geen van mijn nieuwe medewerkers had dit ooit gedacht, en dat neem ik ze allerminst kwalijk. De ontwikkelingen in zonne-energie zijn zo snel gegaan dat zelfs veel mensen in de sector, laat staan daarbuiten, dit niet in de gaten hebben. 

Negenhonderd negatieve uren in 2026
Wat hen ook onbekend is, is dat al die zonne-energie die overdag in de zonnige maanden op het net wordt gezet ook leidt tot een overaanbod op de stroommarkt, wat dan weer leidt tot negatieve stroomprijzen. In 2022 kwam dat al 83 uur voor. Maar de opwekcapaciteit neemt ieder jaar toe en dit fenomeen wordt dus ieder jaar groter. Het internationale data analyse bedrijf ICIS heeft dit jaar dan ook een analyse gemaakt waarbij ze voorspellen dat in 2026 het aantal uren met een negatieve elektriciteitsprijs toeneemt naar 900 uur. Dat is dus meer dan tien keer zo veel dan in 2022.

Negenhonderd uur is een bekend getal in de Nederlandse PV-wereld, want het is ongeveer het aantal vollasturen dat een PV systeem haalt. Dus als we doorgaan op deze manier wordt deze stroomopwekking, die allemaal op hetzelfde moment in het net geduwd wordt, een hele uitdaging voor ieder SDE project, iedere energieleverancier en (dat is het nu al) voor iedere netbeheerder.

Bovendien kan ik me niet voorstellen dat, ondanks het voortdurende gehannes van onze overheid, dat goed blijft gaan met saldering of de ‘redelijke terugleververgoeding’. Als omvormers überhaupt blijven draaien met de te verwachten oplopende netspanning.

Drie jaar om een systeemfout te corrigeren
Mijn conclusie, en dat vertel ik ook mijn nieuwe medewerkers, is dat we de afgelopen vijftien jaar – zonder er van bewust te zijn geweest – een incompleet systeem hebben gebouwd: PV zonder opslag. Willen we niet tegen een muur aanlopen in de komende drie, hooguit vier jaar, dan moeten we dus ook aan de bak.

Om problemen in de sector te voorkomen moeten we vanaf vandaag overal waar we kunnen zoveel mogelijk batterijen in het systeem brengen. Grote, kleine, domme, slimme, maakt niet uit. Batterijen voor zelfconsumptie maken het probleem niet groter, slim aangestuurde batterijen helpen het op te lossen.

Een elektriciteitsopwekkingsysteem waarin PV zo’n grote rol speelt, is niet houdbaar en compleet zonder een element van timing, en alleen batterijen kunnen dat zo snel toevoegen als nu nodig is. Gelukkig hebben wij als sector inmiddels wel bewezen dat we snel kunnen handelen: 75 procent van de 19 gigawattpiek die nu in Nederland is opgebouwd, is gerealiseerd in slechts de afgelopen vier jaar.

In mijn presentatie aan mijn nieuwe medewerkers besluit ik daarom met een paar van mijn tegelwijsheden: “Om een probleem te kunnen oplossen, moet je het vaak eerst laten ontstaan.” Hier helpt het probleem – de steeds volatielere prijzen – ons immers bij de oplossing, de batterij businesscase kan er iedere dag beter op draaien. “Want als wij het probleem nu niet oplossen, dan lost het probleem straks ons op.”